|
|
Top 100 Turing Gedichtenwedstrijd 2012-2013
"Moeder" van Hilde Van Cauteren
vorige | volgende |
Moeder
Alle dagen schrobt ze vergeefs het vuil van de vloer, de huid van haar jongen, haar eigen nagels stuk. Ze wringt de nek van haar geluk in veel te nauwe kragen. Alles moet schoon naar school en altijd komt het vuil terug, nooit raakt ze daar nog van af. Nooit heeft ze genoeg zeep in huis en nooit is zij nog aan de beurt. Van woede kookt ze haar eigen botten af, spuwt een pan vol soep voor haar kroost. Voeden is haar plicht. Zij eet alleen brokken roomgele zeep, om de wrok die naar haar lippen stijgt te stoppen. En kauwt tot het schuim op haar tanden. Hilde Van Cauteren |
Juryrapport
Gedicht 3694 - Moeder De Hollandse properheid. Onze nationale obsessie met schoonmaken, zeep, schrobben vervat in een hard gedicht waarin de lezer zelf wordt afgeschrobd. We zijn getuige van het oneindige ritueel dat naast properheid ook wrok en woede creëerde. Het doet denken aan Elsschot en daarmee ook aan Elsschots naargeestige prachtgedichten over zijn eigen moeder. Als lezer wordt je aanvankelijk op het verkeerde been gezet door de titel en de 'propere' inzet van het gedicht: ach ja, de moeder die altijd maar als een sloof voor de kinderen moet zorgen. Gaandeweg blijkt het echter geen gedicht over de moeder, maar veeleer ván 'het wijf dat moeder heet'. Het formele karakter van het gedicht past wonderwel bij de inhoud. Opgesteven tot Hollands glorie. |
Dit gedicht haalde de Top 20 van de Vierde Turing Gedichtenwedstrijd 2012-2013 en is opgenomen in de bloemlezing Naaktlopen met je Hersenen ISBN 9789060121955 |
top