Ik hoor je flapvoeten op de gang
dadelijk sta je hier aan het bed
Ik wil wegrennen, ben een beetje bang
zet me schrap tegen jouw opgedrongen pret
Ik moet jou niet met je neus zo rood
haal toch van je hoofd, die stomme pruik
Je schoenen zijn acht maten te groot
en… is dat bier wat ik ruik?
Ga alsjeblieft weg met je ballonnen en vlaggen
voor de dood kunnen wij ons niet verschuilen
Als ik jou zie dan moet ik niet lachen
als ik jou zie wil ik onbedaarlijk huilen
Want mijn broertje gaat dood, hartstikke dood
maar wat weet jij daar nou van?
Zwijgend op mijn stoel hou ik me groot
voor mijn ouders, mijn broertje en een geschminkte man